Translate

dinsdag 4 februari 2014

De laatste dagen van mijn uitzending

Langzaam maar zeker begint het einde van mijn missie in zicht te komen, nog een weekje dan zit het erop.
Inmiddels heb ik een bijnaam gekregen "Papa Bear".

Deze week staan nog enkele drie distributies op het programma en gaan we nog een aantal dorpen (barangays) bezoeken om te kijken of wij bij de mensen terecht komen die daadwerkelijk hulp nodig hebben. Ik bezoek een aantal dorpen in New Washington en Numancia. Samen met een aantal vertegenwoordigers uit die gemeenschap loop ik door de krottenwijk Poblacion liggend aan de rivier.
Één van de vertegenwoordigers vertelt dat ook zij slachtoffer is geworden van de tyfoon, haar huis is ingestort, waarbij haar zoon is omgekomen. Zij woont nog steeds in het restant van het huis, de onderste verdieping is verdwenen. Haar man heeft het nog niet kunnen verwerken.



























Wij lopen verder langs de snel stromende rivier. De huizen staan tot de rand. Er wordt mij vertelt dat hier af en toe overstromingen zijn, dat betekend dat een deel van de huizen onder water komt te staan.

























Onder en naast het huis worden varkens gehouden, één van de weinig bronnen van inkomsten in dit deel van de stad. Ik loop verder tussen smalle steegjes, je ruikt van alles, van eten dat wordt bereid, een frisse was, tot stinkend afval. Af en toe zie je kippen rondlopen. Sommige proberen hun huisje op te fleuren met planten rondom hun huis. Deze staan in lege blikken, doormidden gezaagde plastic flessen.



Overal zie je sporen van de tyfoon, daken die verwoest zijn, deels ingestorte huizen, tot een hoopje geknakte bamboe stokken wat eens een huisje was geweest.
Diverse mensen vertellen over de gebeurtenissen die zij hebben ondervonden, het angstaanjagend lawaai toen Yolanda overraasde, over het hoge water in de rivier, de krakende huizen en plots verdwijnende daken en wanden.

Ik ben blij dat ik dit niet heb meegemaakt.

Uit een woning staart een jongetje wezenloos naar buiten, aan mij wordt vertelt dat hij hartproblemen heeft, zijn ouders kunnen medische hulp niet betalen. Wij kunnen hier helaas ook niets aan doen, alleen wat hulp bieden om hun beschadigde huis wat te verbeteren.

Ook zie je leuke dingen, lachende kinderen, die spontaan naast elkaar gaan staan als ik het fototoestel te voorschijn haal. Giechelend staan zij naar het schermpje te kijken als zij zich zelf terug zien.












Ondanks alles zijn de meeste mensen vrolijk. Enkele kinderen noemen mij "Santa Claus", door mij deels witte baard, mijn witte T-shirt en het rode Rode Kruis vest. Ik moet hier om lachen. Nadat ik samen met de vrijwilligers van het Filipijnse Rode Kruis (PRC)  het deel van de wijk bij de rivier hebben bekeken, gaan wij naar een nauwelijks zichtbaar smal paadje tussen enkele winkeltjes in de hoofdstraat. Dit voert ons naar het deel daar achter. Tussen vele half omgevallen bomen en nieuw ontluikende bananenbomen zie ik vele verwoeste huisjes, ook hier wonen voor het grootste gedeelte nog mensen.
























De komende dagen staan nog enkele distributies van hulp goederen op het programma. Opnieuw geduldig wachtende mensen.


De spullen worden klaar gezet. Aan de andere zijde staan de meeste mensen te luisteren naar een uitleg, die zij krijgen over de verstrekte materialen.
En vele blije gezichten al men gezamenlijk huiswaarts rijdt met het vervoermiddel van de Filipijnen, de tricycle.

Na de laatste distributie nam ik 's avonds de ploeg vrijwilligers van het Filipijnse Rode Kruis waar ik de afgelopen weken nauw mee heb samen gewerkt,  mee de stad in om een gezellige afscheidsavond te vieren. Er wordt volop gelachen en karaoke gezongen. Dit laatste is iets waar de Filipijnen helemaal dol op zijn. De grootste lol hebben zij als ik een poging doe als de microfoon onder mijn neus wordt geduwd. Ehh gelukkig zit er geen geluid bij dit blog........




Uiteindelijke werd er hartelijk afscheid van elkaar genomen en kreeg "Papa Bear" een cadeau'tje van zijn "little bears". Iets lekkers en een fraai T-shirt. Zelfs "Mama Bear" in Nederland werd niet vergeten.





Terug kijkend naar de afgelopen periode, dan kan ik niet anders zeggen, dan dat ik een fantastische fijne, leuke periode heb meegemaakt, waarbij het flink aanpoten was. Ik heb genoten van de vele blije gezichten en de leuke ploeg vrijwilligers waar ik mee heb mogen samenwerken en om hun te trainen voor het zelfstandig kunnen uit voeren van het distributieproces. Ik zou geen seconde aarzelen om dit weer te kunnen en mogen doen.Met gemengde gevoelens ga ik huiswaarts, deels omdat ik iets achterlaat en het is natuurlijk heerlijk om weer naar huis te gaan.

Tot slot voor de statistici onder ons nog enkele cijfers. De afgelopen maand heb ik met mijn ploeg 3964 getroffenen kunnen helpen door hen ruim 25 duizend items te kunnen verstrekken.

groetjes en wie weet tot een volgende missie waar dan ook.

Herman Uijl

maandag 27 januari 2014

Evelyn

De dagen beginnen op elkaar te lijken, vnaf de eerste dag van aankomst tot heden heb ik gewerkt. De verschillende stappen van het distributie proces herhalen zich, alleen de plaats is anders.
Telkens als je denk dat het niet erger, dan blijkt dit wel te kunnen. In één van de dorpjes, (barangays) met de naam Caano gingen wij, ik en een aantal vrijwilligers van het Filipijnse Rode Kruis een aantal woningen bekijken, die door de gemeenschap waren opgegeven als 'total damaged' of te wel volledig verwoest. Deze controle werd met name uitgevoerd om te kijken of de hulpgoederen ook daadwerkelijk bij de juiste mensen kwamen. Door het plaatselijke hoofd werden wij rondgeleid langs een aantal verwoeste huizen.

Hij wees ons de restanten aan van een verwoeste woning. Hij vertelde dat het gezin Zamora met vier kinderen, hier had gewoond en nu tijdelijk bij één van de grootouders woonde totdat zij weer een bewoonbaar huis zouden hebben.
Bij de woning van de grootouders aangekomen, stapte Evelyn Zamora met een stralende glimlach naar buiten. Oma stond in de deuropening met twee van haar kleinkinderen.
Evelyn Zamora
Ik schrok, haar manier van lopen deed mij denken aan iemand die mij dierbaar was. Alleen liep zij nog veel moeilijker. Vrolijk vertelde zij over haar gezin en dat haar man weg was om werk te zoeken. Zij hoopte snel weer zelfstandig te kunnen wonen. Natuurlijk werd hun gezinnetje meegenomen in het Rode Kruis hulpprogramma. Haar gezin zou bij de distributie wat materialen krijgen waarmee zij haar huis weer zouden kunnen gaan opbouwen en een gezinstent. Zij maakte een grote indruk op mij, ik kon mij niet voorstellen hoe zij ondanks alle ellende zo vrolijk kon zijn.
Enkele dagen later was er een grote distributie in de  plaats Kalibo, waar het dorp van Evelyn bij hoorde. Ik zag haar staan tussen de menigte in de brandende zon. Een aantal mensen hadden een paraplu meegebracht, nee niet tegen de regen maar als bescherming tegen de hitte van de zon, het was meer dan dertig graden. Ik gaf Evelyn een stoel.

De groep mensen stonden te luisteren naar een uitleg over hoe men de materialen kon gebruiken die werden uitgedeeld. Ik hoorde de mensen af en toe lachen, een man werd gevraagd bij de vrijwilligers te komen om te laten zien hoe hij een knop maakte. Ging het goed dan werd er door de menigte geapplaudiseerd, ging het fout dan werd er hartelijk gelachen.

Ondertussen werd een deel van de spullen door ons uit de vrachtwagen gehaald en klaar gezet. Ik zag het zweet van de gezichten lopen van de losploeg en kon het niet laten om ook een handje mee te helpen. Al snel kwam ik op het idee om op zoek te gaan naar flessen water.  Nadat een plaatselijke handelaar goede natte zaken had gedaan, werden de flessen water door onze ploeg dankbaar aanvaard.
De meeste goederen werden in keurige stapeltjes geplaatst. Sommige mensen kregen een zogenaamde familietent. Dit gebeurde als hun huis volledig was verwoest en zij voldoende ruimte hadden om een tent te plaatsen. Vaak hadden de mensen daar onvoldoende ruimte voor.

Nadat de versterkte kaarten werden gecontroleerd, dit was om te zorgen dat de getroffenen hun spullen konden krijgen, konden de mensen hun spulletjes ophalen. Evelyn werd gevraagd met haar man om nog even te blijven, ik kon het niet laten om haar uit eigen middelen ook wat te geven.


Iemand, niet ik vond dat er een foto moest worden gemaakt, waarop er werd geposeerd voor dit kiekje.
Even later reed de volgeladen motor taxi terug naar hun dorpje, niet alleen met spullen maar ook met blije mensen aan boord.

's Middag kwam een tweede groep mensen hun spullen ophalen. Opnieuw blije gezichten, wat is dit toch heerlijk om te doen, dan maakt het niet uit of je lange dagen maakt. De dankbaarheid is groot en omdat te zien is meer dan genoeg.

Rond een uur of vier die middag waren we klaar met het werk voor die dag, een vroegertje, de vrijwilligers zeiden dat we naar een bijzondere plaats gingen. Na tien minuten rijden kwamen we bij een soort natuur reservaat. 25 jaar geleden was men begonnen met het heraanplanten van mangrove. Hier was een verhoogd pad gemaakt van bamboe, waar je op kon lopen. Voor het eerst van mijn leven liep ik tussen de heraangeplante mangrove, Op de stukjes modder zag je modderkruipers en af en toe in het stromende zoute water een soort vissen, die op zeenaalden leken. Af en toe kraakte het bamboe verontrustend, maar ik ben er veilig overheen gekomen.

Na anderhalf uur zat dit tochtje erop en keerde wij terug naar de Rode Kruis post in Kalibo. Fantastisch zo'n stukje ontspanning voor het eerst in drie weken.

's Avonds werkte ik de administratie bij in mijn bescheiden hotelkamer, waarna ik in slaap viel. 's Nachts werd ik wakker om naar het toilet te gaan en wat zag ik lopen .............. een grote dikke kakkerlak. Gelukkig wist ik dit beest snel de kamer uit te werken en heb maar een lichtje aangelaten, want daar houden ze niet zo van.
De volgende morgen vertelde ik dit de ploeg vrijwilligers toen wij naar een nieuwe distributie reden. Men begon te lachen en iemand maakte de opmerking "had die kakkerlak twee hoorns", waarop ik zei nee. O dan was het een vrouwtje en als dat beest één hoorn had dan was het een 'gay', waarop iedereen smakelijk zat te lachen.








woensdag 22 januari 2014

Mijn ervaringen als gedeligeerde - deel 2

Gisteren 21 januari hebben wij een grote distributie gedaan van hulpgoederen naar verschillende Barangays, zeg maar dorpen, in de regio New Washington, van de provincie Aklan. Dit is een gebied gelegen aan de kuststreek waar je bepaalde dorpen alleen maar kunt bereiken door een rivier over te steken. met een soort bootje. De eigenaar van onderstaand bootje bracht ons heen en weer voor 300 pilipijnse pesos, omgerekend 6 euro.
Het smalle bootje was stabiel door beide bamboe zijdragers die met een soort visdraad aan elkaar waren gemaakt. Bij het aan en van boord gaan hoorde je de stukken kraken, gekscherend zeiden we tegen elkaar je kunt toch wel zwemmen?  Met luid kabel draaide de motor, stinkende uitlaatgassen uitstotend. Volgens mij zat er nauwelijks een uitlaat op, maar dat mocht de pret niet niet drukken. Nadat ik spontaan de eerste regel van de song "we are sailing" zong, zongen alle vrijwilligers van het filipijnse rode kruis uit volle borst mee. Het begon al snel flink te regenen. Na een minuut of tien waren we op de plek waar we wezen moesten. We stapten uit en gingen samen met de bargangay Captain en zijn staf een aantal huizen langs die nagenoeg geheel waren verwoest door de tyfoon. Onderstaande omgewaaide woning werd nog steeds

 bewoond. Gebrek aan geld en werk waren de oorzaken dat dit huis nog niet was hersteld. Zo goed als het ging woonde de mensen hier nog in, in dit geval een gezin met drie kinderen. Vele van dit soort huizen zag je tijdens zo'n tocht door deze dorpjes. De mensen waren erg dankbaar als zij enige hulp kregen.
De mensen kwamen langs om te vertellen hoe hun huis er voor stond. Onderstaande vrouw met haar dochter vertelde dat haar huis totaal was verwoest en dat zij en haar gezin tijdelijk bij andere inwoonden. Er was niets meer van haar toch al armoedige huis over.
























Nadat wij van de plaatselijke Barangay Captain (zeg maar soort burgemeester) de lijst met verwoeste huizen hadden gekregen en er een aantal hadden gezien, liepen wij terug naar de boot. Je rook de houtvuurtjes, afgewisseld door bloemengeur en vochtige lucht.
Vlak bij de opstapplaats van de boot, zagen wij een oude man, van 76 jaar, die al vanaf de tyfoon (november tot heden, 21 januari) woonde in een wachthokje voor de boot. Hij vertelde geen geld te hebben om zijn verwoeste huis meer op te bouwen, hij vroeg om wat geld, omgerekend een dubbeltje, want dan kon hij wat te drinken kopen. Dat gaf ik hem en hij stond natuurlijk op de lijst voor hulpgoederen, om zijn huis weer te kunnen opbouwen, met hulp van dorpsgenoten. Deze zou hij en zijn dorpsgenoten later krijgen bij een distributie.
verwoeste huis oude man


























de oude man in zijn tijdelijke huis 'het wachthokje'
Na een kwartiertje wachten kwam de boot, wij vertrokken naar de overzijde en zagen een spelend kind op de oever. Het leven ging voor hun gewoon verder.




















De twee dagen daarna waren er distributies van hulpgoederen. De mensen verzamelde zich op een afgesproken plaats, welke voor hun dorpen bereikbaar was, dit was meestal een soort sportplaats, vaak gedeeltelijk bedschadigd door de tyfoon, maar uitstekend hiervoor bruikbaar. De mensen waren bijzonder dankbaar. Tijdens de distributie was het voor iedereen flink aanpakken in de tropische hitte van meer dan dertig graden. De spullen moesten uit de vrachtwagens worden gehaald en verdeeld over meer dan 500 getroffenen. 
Na afloop van een distributrie kreeg ik zelfs van een Barangay Captain een 'Certificate op Appreciation". Nadat de meesten mensen waren vertrokken riep ik de ploeg vrijwilligers bij elkaar en liet hun het certificaat zien. Ik zei dat eigenlijk niet ik, maar zij dit hadden verdiend met hun harde werken, iedereen stond vol trots te glunderen.

distributie van hulpgoederen in een sporthal


























Blij met de gekregen spullen ging hij naar huis



























Met zijn alle weer naar onze barangay

zondag 19 januari 2014

Mijn ervaringen als gedeligeerde - deel 1

Na een lange tocht werden wij als nieuw team hartelijk onthaald door de collega’s van de vorige shift in het base Kamp te Carles. Dit ligt op zo’n beetje het noordlijkste puntje van eiland Panay, pal aan de kust. Je ruikt de zee en hoort de bomen ruizen. Het kamp bestaat uit twee tenten, welke respectievelijk als kantoor en gezamelijke slaapzaal worden gebruikt. In de tent gebruiken we muskietenetten. 

Naast een gedeeltelijk verwoest gebouwtje is met zeilen, een soort eetkamer gemaakt.


Drinkwater is er in flessen aanwezig en laten we het onderwerp toiletten maar vergeten, want dat lijkt totaal niet op Nederland, dat is vrijwel altijd behelpen met kannen water en een lage pot zonder bril. In het basis kamp is er alleen electriciteit met behulp van een generator, telefoonverbindingen lopen via plaatselijke telefoonoperators.
Al snel na de aankomst begint de briefing, ik wordt bijgepraat over de situatie, in  korte tijd hoor ik zoveel vreemde namen en uitdrukkingen dat ik soms de klus kwijtraakt. Dorpjes zijn bijvoorbeeld Barangays, de lokale dorpshoofden zijn Barangays captains. Om over alle namen van dorpjes in de verschillende, zeg maar soort gemeentes te zwijgen. 

Ik krijg te horen dat ik ga werken in de plaats Kalibo in de provincie Aklan, dit is een vrij grote stad, midden in het gebied waar de tyfoon overheen is getrokken. Deze plaats ligt op drie en een half uur rijden van base camp en ligt aan de kust. Met name in de vele daarom heen liggende dorpen zijn de huizen verwoest. 
Daar ga ik samen met het Filipijnse Rode Kruis en een groep jonge enthousiaste vrijwilligers de distributies en alles wat daarbij hoort regelen. Hierbij moet je bijvoorbeeld denken, het assesment, de validatie, (zie hoofdstuk over de distributie) contacten met de afdeling logistiek die de voorraden hulpgoederen beheren, de administratie, de financiële zaken die er bij horen en het vervoer van de vrijwilligers. 
Na deze briefing ga ik uiteindelijk slapen om de volgende dag naar ........ Kalibo te gaan. 

's Nachts begint de ellende, ik word geveld door de diarree, wat uiteindelijk vijf dagen zal aanhouden. Tjonje wat voelt dat elledig, je bent fanatiek genoeg om door werken in een langzamer tempo. De energie wordt minder en je heb uiteindelijk nergens meer zin. Uiteindelijk besluit ik drastische maatregelen te nemen door het laatste redmiddel te nemen, de speciale antibiotica die ik via de arts van het havenziekenhuis had mee gekregen. Ik weet niet hoe, maar na inname van eerste pil heb ik geen last meer gehad, kortom voor mij was dit een super middel. 

De reis naar Kalibo was een schitterende tocht die een goed beeld van het eiland, waar een groot gedeelte van de bevolking leeft van de rijst(teelt). 







Voor veel zaken wordt bamboe gebruikt. Men bouwt er hele huizen mee. De hebben vaak geen ramen maar een soort raster van bamboe, zoals op onderstaande foto. Dit huis heeft de tyfoon redelijk goed doorstaan, er zijn alleen wat dakplaten vervangen.





Van het vervoer in de Filipijnen kreeg ik een goede indruk, je zag niet alleen de motoren van het meest gebruikte vervoormiddel de motortaxi, maar je rook ze ook. Onderstaande foto is een licht beladen motor taxi. Soms zaten er twee keer zoveel mensen op. Je ziet dit vervoermiddel in allerlei vormen, alles wordt er mee vervoerd, tot stapels bamboestokken van soms meer dan tien meter.























Na een hartelijke ontvangst bij het plaatselijke Rode Kruis in Kalibo en een kennismaking met de groep vrijwilligers beland ik in mijn hotel, dit is Hotel Esperanza, niet zo ver van het Rode Kruis post af. Daar heb  ik een bescheiden, muf ruikende kamer, met een bureautje waar net de laptop op kan. Een veel te kleine kast om spullen uit te pakken, maar gelukkig een goed bed en zeker hier niet onbelangrijk een werkend toilet. Vlakbij zijn enkele eettentjes met lokaal voedsel, vooral rijst met vis en vlees. 
Wel is het deksels goed uitkijken om over te steken, want het verkeer is een chaos. 

De dagen die volgen ben ik bezig met het hulpprogramma, zoals het assesment, de validatie en de distributies. Na terugkomst is het het bijwerken van de administratie en het regelen van zaken voor de volgende dag. De dagen beginnen op het lokale Rode Kruis kantoor waar we verzamelen, de planning doorspreken en vervolgens op pad gaan. Meestal beginnen we rond half acht en ben ik zo'n half acht 's avonds klaar met alles. Met het lopende programma is er weinig tijd voor ontspanning, vrije dagen zijn er niet en af en toe tussendoor snel een boodschapje. 's Avonds is het ergens eten en meestal bijtanken in nacht. 
Erg vind ik dat alles helemaal niet, want als je de vrolijke gezichten ziet en de reacties van alle blije mensen ziet, als we geweest zijn dan krijg je plezier in je taak. Ik kan niet anders zeggen dan dat de Flipijnen die ik meemaakt, lieve vriendelijke en geduldige mensen zijn, die rustig wachten tot zij wat krijgen na de selectie procedure. Ondanks alles zijn ze dankbaar en blij.

In het volgende deel ga ik wat ervaringen vertellen van mijn werkzaamheden. 

O ja voor de collega's van mijn werk thuis, de arbeidsomstandigheden zijn totaal anders als thuis. Nog enkele foto's daarvan.
Het betere steigerwerk, de scheuren werden bijgewerkt, gelukkig toch nog een valbeveiliging aan.

Tijdens een distributie werd de hal opgeknapt, de stalen constructie werd schoongemaakt en geverfd, ondertussen hoorde en zag je de losse dakplaten klapperen, een groot deel van het dak was weggewaaid tijdens de tyfoon.
Een valbeveiliging wat is dat ?

vrijdag 17 januari 2014

Distributie



De hoofdtaak van mij en mijn team vrijwilligers van het Filipijnse Rode Kruis is het uitvoeren van de distributie van hulpgoederen aan de ernstig getroffen slachtoffers van de ramp in de provincie Aklan. De andere Benelux ERU teamleden zitten in andere gebieden van het eiland.

Het is natuurlijk van groot belang dat dit terechtkomt bij degene die de hulp het hardste en daadwerkelijk nodig hebben, de slachtoffers van de tyfoon. Een groot gedeelte van de bevolking is arm en wil dan graag een graantje meepikken.
Om dit te voorkomen kun je niet zomaar naar een plek rijden met een vrachtwagen en spullen gaan uitdelen. Daarom maken we gebruik van een distributie proces in verschillende stappen, het assesment, de registratie de validatie en uiteindelijk de daadwerkelijke distributie.

Om een beetje idee te krijgen in verloop van het proces zal ik eerst iets vertellen over de indeling van het land. Het eiland Panay is ingedeeld in een soort provincie. In mijn geval is dat de provincie Aklan. Deze provincie is ingedeeld in zeg maar regio's, bijvoorbeeld New Washington, welke weer is ingedeeld in dorpen, die hier Barangays heten. Op het kaartje zijn dat bijvoorbeeld Tambak, Poblacion enzovoort.


New Washington is één van de vele regio's waar de tyfoon overheen is getrokken en een gebied waarbij ik bij het volledige proces ben betrokken. We beginnen met:

het assesment
In verschillende groepen gaan we naar de verschillende dorpen toe, om te praten het plaatselijke hoofd, zeg maar een soort burgemeester. Aan hem wordt duidelijk gemaakt wat de bedoeling is van het Rode Kruis en wie we willen bereiken, namelijk de slachtsoffers die ernstig in de problemen zijn geraakt en die daadwerkelijk hun huis zijn kwijtgeraakt of wiens huis grotendeels is beschadigd. Aan hem wordt verzocht om binnen enkele dagen een lijst te maken. Dit is uiteindelijk vaak een lijst met honderden namen.  Als de lijst te groot is wat wij aankunnen, wordt aan de burgemeester uitgelegd hoeveel mensen wij maximaal kunnen helpen, een critria is bijvoorbeeld de mate van beschadiging, is het huis al gedeeltelijk hersteld.
De praktijk leert dat als wij dit goed uitleggen er geen problemen zijn, maar alleen maar dankbare mensen. Soms is dit weleens lastig geweest vanwege taalproblemen.



de registratie
In deze fase worden de mensen uitgenodigd om naar een plek te komen in hun dorp. Er worden hun een aantal vragen gesteld over bijvoorbeeld de gezinssamenstelling, de mate van beschadiging van hun huis. Hiervoor gebruiken we een aantal tekeningen waarbij zij de tekening aanwijzen die het meeste past bij hun situatie. Zij krijgen een kaartje die zij later moeten tonen bij de daadwerkelijk distributie.


de validatie
Om te controleren of we niet in maling worden genomen, worden van de geselecteerde personen 10 procent gecontroleerd, dat wil zeggen bij hun wordt daadwerkelijk gekeken samen met de burgemeerster of de hulpverlening aan hen terecht is. In de praktijk blijkt dit meestal terecht, soms is er discussie over de mate van de beschadiging. Één keer maakte ik mee, dat een huis kennelijk al veel eerder onbewoonbaar was. Dit was te zien aan plantengroei in de woning. (niet bij onderstaande woning)


De distributie
Hier valt eigenlijk niet zoveel over te vertellen, het woord zegt het eigenlijk al. De mensen worden gevraagd om alle naar een bepaalde plaats te komen, in hun omgeving, waar de uitreiking van goederen zal plaatsvinden. Dit zijn o.a. dekens, zeilen, hygiene kits (o.a. zeep), muskietennetten eventueel familietenten en hulpmiddelen om een verblijf op te bouwen (shelterkits). De mensen komen in grote getalen en gedragen zich zeer gediciplineerd, een wereld van verschil met mijn vorige missie in Haiti, zijn stuk voor stuk dankbaar en komen je dikwijls speciaal bedanken. Wellicht dachten ze dat ik een soort hoofd was, door mijn blanke huid. Af en toe ging ik maar weg bij de uitgang, want eerlijk gezegd soms ik voelme niet alleen dankbaar maar soms ook opgelaten met al die die complimenten. Ik was maar een klein radartje in het geheel, we deden dit tenslotte met het hele team en zonder hulp van donors was dit niet mogelijk geweest.
Omdat foto's vaak meer zeggen dan woorden nog enkele foto's.

een verwoest huis
een ernstig beschadigd huis aan de kust

verwoestingen aan de kust

registratie slachtoffer van de tyfoon

eerste groep aan wie wordt gedistribueerd op die dag.

een zeer blije dame, die mij spontaan begon te zoenen van dankbaarheid

blij naar huis met de gekregen spullen!


dinsdag 7 januari 2014

De voorbereidingen en de reis naar Panay

Vlak voor de reis moest ik op vrijdag nog gekeurd. Na de reis zal ik een tweede keuring krijgen om te kijken of ik tijdens mijn verblijf in de Filipijnen geen nare dingen heb opgelopen.  De keuring was veel uitgebreider als ik verwachte, dus dat zit wel goed.
De keuringsarts een heel geschikte man, kon het niet laten een terechte opmerking te maken over mijn atletisch figuur, daar zouden best wat kilo's af kunnen, hij zei dat ik dat vast al veel vaker gehoord zou hebben en dat zal ik waarschijnlijk nog wel vaker horen. Hmmmm misschien een mooie gelegenheid om er nu wat aan te doen tijdens deze trip.
Maandag was het zover, om zes uur ging de wekker en om half acht reed de trein weg met mij uit Bergen op Zoom erin. Rond het afgesproken tijdstip ontmoette ik de andere teamleden op Schiphol, voor de incheck bali van Cathay Pacific. We gingen met zijn vijven. De vijfde man, Luc, nam de foto.

Van Links naar rechts, Bruno, Herman, Anne, Luc en Sandra. Deels kenden wij elkaar nog van vorige missies, zoals Haiti. Het klikte meteen en vrolijk lieten wij ons inchecken bij Cathay Pacific Airways. Al spoedig volgden een lange, lange vlucht van bijna 12 uur naar Hong Kong. Het was nevelachtig met een temperatuur van 17 graden. Van Hong Kong zag ik alleen een klein beetje na vertrek.
, , gevold door een vlucht van twee en een half uur naar de Filipijnen, de luchthaven van Cebu. Wij vroegen ons af of wij iets konden zien van beschadigde gebouwen. Ik zat te kijken en maakte daar onderstaande foto van. 
Geen beschadigingen te zien. Later bleek dat orkaan hier in Cebu weinig schade had aangericht, omdat deze een stuk noordelijker was langsgetrokken. 
Na aankomst in het warme Cebu (29 graden) gingen wij direct naar het hoofdkwartier van het Filipijnse Rode Kruis voor een eerste kennismaking. Duidelijke was te zien dat het Filipijnse leven anders was dan bij ons. Het verkeer was ëën grote chaos, alles kriskras door elkaar, overal toeteren. De elektriciteitsdraden liepen als een grote warrige kluwen langs de weg. Overal zag je kleine winkeltjes langs de weg. 
Achter het Filipijnse Rode Kruis was één van de grote magazijnen met hulpgoederen, ik werd rondgeleid en al spoedig werd duidelijk dat één van de belangrijkste zaken van mij en mijn collega's zou worden om het verspreiden van een groot deel van deze spullen te regelen op het eiland Panay. Wij zullen op verschillende plekken op dit eiland morgen gestationeerd gaan worden.
 's Avonds werd dit bevestigd in een briefing in het hotel waar we een nacht mochten vertoeven voordat we morgen verder naar Panay zullen gaan. Na de briefing gingen we met een hele ploeg gezellig eten in een 'seafood' restaurant. Vis is één van de hoofdgerechten in de Filipijnen.
De volgende dag vertrok in van Cebu om Iloilo te vliegen op het eiland Panay waar ik zou gaan werken. Na wat gezeur bij het inchecken over een schaar in mijn verpakte EHBO set vloog ik richting het eiland Panay. (O ja de schaar mocht ik houden omdat er een stomp uiteinde op zat). Dat was één van de betere vluchten, niet zo lang. Al spoedig kwam de kust van het groene eiland Panay inzicht, echt zo'n schitterend mooi tropisch eiland vanuit de lucht, groen met hier en een stukje strand en helder blauw water.
Na de landing volgde een 3 uur durende rit naar het kustplaatsje Carles in een noordpunt van het eiland. Het was een schitterende tocht waarbij in het begin eigenlijk niets van effecten de tyfoon te zien was. Het eiland was groen en waar het mogelijk was zag je rijstvelden of suikerriet plantages. Afgewisseld door tropische bomen, bloemen en idyllische dorpjes, met vele hoofdzakelijk katholieken kerken. Het land was opvallend schoon, eigenlijk nergens was rommel of ander vuil langs de weg te zien. 
Langzamerhand waren er effecten van de tyfoon te zien, het begon met hier en daar een omgevallen boom, daarna werd de schade van lieverlee erger. Hele groepen bomen op de heuvels waren bijna kaal, het leek wel of alles er van af getrokken was. Ik zag ook steeds meer beschadige huizen, tot compleet verwoeste woningen. 
De woningen op de Filipijnen zijn voor een groot deel niet met die van ons te vergelijken, de woningen worden vaak van allerlei vormen van bamboe gemaakt. Er zijn hier gigantisch grote bamboe stokken of beter gezegd balken. Tot wel 15 meter lang en wel 20 centimeter dik. Eigenlijk wordt dit voor alles gebruikt. Vaak heb de woning geen ramen, maar een soort rooster van bamboe. Afschermen voor temperatuur hoeft immers niet wat het altijd warm, minimaal 24 graden. 
Uiteindelijk gingen we links af een hobbelig zijpadje in kwamen op het kamp in Carles.
Hier werden wij hartelijk onthaald door de andere teamleden en werden de eerste gegevens uitgewisseld van de locaties waar we ieder apart naar toe zouden gaan. 

woensdag 1 januari 2014

De Tyfoon

Op 12 november 2013 trok een zeer zware Tyfoon Haiyan, (in de Filipijnen bekend als Tyfoon Yolanda), vanuit de Grote Oceaan over de Filipijnen. Het was de zwaarste storm van 2013 en een van de zwaarste stormen ooit. 



Haiyan kwam op 8 november om 4.40 uur aan land bij Guiuan op het eiland Samar. De wind bereikte op dat moment windsnelheden van 314 km/u (ter vergelijking windkracht 10 = 89-102 km/u). Daarmee was Haiyan een tyfoon van de zwaarste categorie. Bovendien was het de storm met de hoogste windsnelheden ooit gemeten op het moment van het bereiken van land. Na de passage van Busuanga ten noorden van Palawan om 20.00 uur verliet de storm de Filipijnen richting Vietnam. Als gevolg van de passage van de Filipijnse eilanden zwakte Haiyan in de dagen erna aanzienlijk af. 
De ravage was gigantisch over een enorm gebied, de tyfoon had een doorsnede van pakweg de waddeneilanden tot Parijs. 



Spoedig kwamen verschillende hulpacties opgang via de samenwerkende hulporganisaties, die meer dan 35 miljoen euro inzamelden.
Het dodental is tot woensdag 26 december opgelopen tot over de zesduizend mensen. 16 miljoen mensen zijn getroffen door de tyfoon. Meer dan 1,1 miljoen huizen zijn beschadigd. Dit zijn aantallen die eigenlijk geen mens kan bevatten, ik in ieder geval niet. 


Na een ramp is het belangrijk dat de slachtoffers snel geholpen worden. Daarom riep het Rode Kruis Emergency Response Units (ERU’s) in het leven. Dit zijn noodhulpinterventieteams die wereldwijd inzetbaar zijn en na een grote ramp onmiddellijk kunnen uitrukken. Het ERU vertrekt na een specifieke vraag van een getroffen land, dit gaat in coördinatie met het Internationale Rode Kruis (IFRC). 
De Benelux heeft een 'Distributie' ERU (Relief-ERU) paraat. Bij deze ramp bieden zij samen met de collega’s van het Filipijnse Rode Kruis ondersteuning in het organiseren van de verdeling van de hulpgoederen zoals dekens, hygiënekits, kooksets en voedsel. De ERU blijft in principe maximaal 4 maanden ter plaatse, waarna de hulpverlening overgaat in langdurige projecten die worden gecoördineerd door het plaatselijke Rode Kruis. Ik ben één van de leden van het Benelux ERU team en ga op maandag 6 januari 2014 in de derde shift naar de Filipijnen samen met drie andere teamleden. Wij gaan naar het eiland Panay. 

Uit de berichten van het front blijkt dat de hulpverlening goed op gang is gekomen.  

Inmiddels is door de Rode Kruis organisatie de volgende hulp verleend: 

Verleende ondersteuning
Geleverde eenheden
Aantal bereikte mensen
Voedselpakketten
212,160
1,060,800
Warme maaltijden
50,084
50,084
Drinkwater - geproduceerde liters
2,120,500
706,833
Medische hulp
5,065
5,065
hygiënekits
42,917
214,585
Voorlichting gezondheid/hygiene
37,946
37,946
RFL/ tracing / aanvraag
33,931
33,931
Psychosociale hulp
26,956
26,956